Het Weefhuis is een zeventiende-eeuws pand aan de Lagedijk in Zaandijk. Het is een rijksmonument op één van de mooiste plekken van de Zaanstreek, midden in het beschermd dorpsgezicht de Gortershoek met er voor de Beeldentuin.
Het gebouw is omstreeks 1650 gebouwd. Het behoorde toe aan een papierkoopman die aan de overkant woonde. Het pand wisselde een aantal keren van eigenaar en kwam in 1870 in het bezit van de weduwe Vis – Van Gelder. Zij verbouwde het pand tot een woonhuis voor haar dochter Cornelia, die er in 1875 ging wonen. Toen pas is er een verdieping op het gebouw gezet. In 1904 kwam het huis in het bezit van de familie Honig en later van Aart Schipper die met Catharina Honig getrouwd was.
In 1960 werd het pand verkocht aan de gemeente Zaandijk. Vanaf dat moment tot 1974 heeft het dienst gedaan als cultureel centrum. Vele kunstenaars, bekende en minder bekende, van binnen en buiten de Zaanstreek, hebben er geëxposeerd.
Zaanse kunstenaars jaren ‘60 aan de voorkant van Het Weefhuis
Toen het kunstcentrum de Zienagoog in Zaandam werd gevestigd verloor het Weefhuis zijn functie als tentoonstellingsruimte en werd het pand gebruikt als kantoor van de Vereniging Zaansche Molen. Deze vereniging heeft het pand in 2003 verlaten. Zij betrok haar eigen kantoor in het Molenmuseum aan de Museumlaan in Koog aan de Zaan. In dat zelfde jaar werd Stichting Het Weefhuis opgericht. Stichting Het Weefhuis is direct voortvarend aan het werk gegaan om het pand in orde te brengen voor tijdelijke openstelling, fondsen te werven en plannen te maken voor de restauratie. Vanaf de zomer van 2004 is het Weefhuis opengesteld als ruimte voor bijeenkomsten en expositieruimte. Ieder weekend was er een expositie.
BEVINDINGEN NAAR AANLEIDING VAN DE RESTAURATIE
Van het Weefhuis is al tamelijk veel bekend. Vele bronnen hebben van het Weefhuis een verhaal gemaakt. Door het strippen van het gebouw ten behoeve van de restauratie ontdekten we bouwkundige details die het bestaande verhaal versterken of soms een ander licht werpen van wat we dachten te weten. Kunnen we de functie van het Weefhuis bepalen? Kunnen we de exacte ouderdom van het pand bepalen? Welke veranderingen zijn er in de loop van de eeuwen aangebracht en waarom? Dit zijn de vragen die we opnieuw zijn gaan stellen bij de restauratie van het meer dan 350 jaar oude Weefhuis. De restauratie is begonnen op 1 juni 2006. Vanaf februari 2007 is het gerestaureerde Weefhuis weer opengesteld voor het publiek.
Restauratie 2006
Voor de restauratie in 2006 zijn er voor de fundering twaalf nieuwe z.g. de Waalpalen gebruikt van dertien meter lang. Daarna is er een betonnen funderingsplaat gestort onder het gehele gebouw. Door deze manier van restaureren hoefde het pand niet te worden gesloopt en opnieuw te worden opgebouwd. Het gebouw kon dus blijven staan en worden rechtgezet. Het gebouw hing ongeveer 18 cm uit het lood.
Het pand is 50 cm opgekrikt en weer “rechtgeschrankt”.
Het opkrikken had verschillende voordelen:
- door de demping van de wegsloot en het ophogen van de Beeldentuin werd het Weefhuis een afvoerput; er stond dus altijd water onder het gebouw.
- het pand komt beter tot zijn recht in zijn omgeving en krijgt meer body
- de mogelijkheid voor een provisieruimte onder de trap
- de kruipruimte wordt verbeterd
Oorspronkelijk stond het pand op acht paaltjes per penant. De paaltjes (sparretjes) hadden een dikte van 6-8 cm. Elk paaltje kan belast worden met 900 kg. De paalkoppen waren niet alleen verrot, maar de paaltjes waren door het wegzakken van het pand afgebroken en daardoor niet meer bruikbaar.
De hoofdbalken zijn vernieuwd, terwijl de overige balken traditioneel zijn. Door de eisen van openbaar gebouw moesten de tussenbalken worden versterkt. De bovenvloer heeft als bouweis dat zij 400 kg per m2 moet kunnen dragen. De oplossing was om de balken met staal te versterken, mede omdat de balken waren doorgezakt door de grote overkapping. Het schothout aan de westkant is gedemonteerd en spijkervrij gemaakt. Dit hout wordt gebruikt voor aanvulling van de andere wanden. Er zit nog steeds oorspronkelijk hout uit 1650 tussen.
DE OUDERDOM VAN HET PAND
We kunnen zien aan de glas in lood ramen die oorspronkelijk in het pakhuis zaten, dat de bouw dateert uit de periode rond 1650. Aan de noordgevel is nog te zien dat er een constructie zat voor glas in rood ramen. Na 1670 deed men dat niet meer; men maakte vanaf die tijd ramen met roeden. Aan de noordgevel is terug te vinden dat de kleur van de getrapte weeg Bentheimer zandsteen was in combinatie met okergeel. Bentheimer was een relatief goedkoop pigment afkomstig van zandsteen dat in de buurt van Bentheim in Duitsland werd gevonden. In de loop van de tijd zijn er twee kleuren groen opgebracht. Eerst een wat lichtere kleur groen en later de donkere kleur.
HET WEEFHUIS, PAPIERPAKHUIS OF PAPIERWERKPLAATS
Het ligt voor de hand dat er een relatie met papier is. Het pand is lange tijd eigendom geweest van de familie Honig. Van deze familie is bekend dat zij al langdurig met de fabricage van papier te maken had. Niet vaststond wat de oorspronkelijke functie van Het Weefhuis geweest moet zijn. Er waren suggesties dat het een papierpakhuis zou zijn geweest of een papierwerkplaats. Ook tijdens de restauratie rees er weer twijfel rond dit vraagstuk.
Ten aanzien van de suggestie voor een pakhuis zijn er enkele aanwijzingen dat deze aanname onterecht moet zijn. Uit de constructie blijkt dat er al vanaf de oorsprong ramen in Het Weefhuis hebben gezeten, wat zeer ongebruikelijk is voor een pakhuis. Daarnaast zijn de draagbalken half zo zwaar als van het papierpakhuis de Baars (gelegen op de grens van Koog en Zaandijk). En bovendien zitten de deuren voor belading van een pakhuis op een onlogische plek.
Gezien vanaf de deur aan het Weefhuispad waren de eerste drie vakken 50 cm hoger dan het overige gedeelte. Dit kan er op wijzen dat de voorkant werkplaats is geweest en de achterkant opslagruimte. De suggestie voor een werkplaats is dan aannemelijker.
Het vermoeden is ontstaan dat de werkplaats werd gebruikt voor het weven van schepramen. Schepramen waren cruciaal in het proces van het maken van vellen papier. De ramen bestaan uit een houten lijst met een gespannen weefsel. Een hoeveelheid papierpulp wordt in de opengeweven schepramen geschept en geschud tot een egale laag om zo een vlak stuk papier te vormen. Schepramen worden nog steeds gebruikt bij de vervaardiging van handgeschept papier. Neem eens een kijkje bij Papiermolen ‘De Schoolmeester’! Of kijk op de uitgebreide site van Stichting Papiergeschiedenis.
Het weefsel voor de ramen werd op een weefgetouw gemaakt. Zou daardoor het pand de naam Weefhuis hebben gekregen? Er zitten aan weerszijden van de ruimte balken met gaten die later zijn dichtgemaakt. Is dit een aanwijzing dat daar een weefgetouw heeft gezeten? Het ligt voor de hand, maar zeker weten doen we het niet.
VERBOUWING TOT WOONHUIS ROND 1870
De kap van het pand was oorspronkelijk symmetrisch. Bij de verbouwing in 1870 is dat veranderd en is de kap asymmetrisch geworden. Opvallend is het z.g. wolfsend op het dak aan de zuid- en noordzijde dat er oorspronkelijk op gezeten heeft. Een wolfsend zie je eigenlijk nooit in Zaanse pakhuizen. In 1870 zijn er aan de gevel aan de Beeldentuin rabatdelen aangebracht. Te zien is dat deze wand oorspronkelijk een getrapte weeg was. In de fundering waren nog restanten van een stookplaats terug te vinden die na de verbouwing in 1870 was aangebracht. Deze stookplaats zit nu onder de betonnen ondervloer. Het pand heeft door de verbouwing meer een 19e Eeuwse uitstraling gekregen.